Paragrafen

1 Lokale heffingen

De paragraaf lokale heffingen dient een overzicht op hoofdlijnen te bevatten van de diverse heffingen. In dit overzicht dient inzichtelijk te worden gemaakt hoe bij de berekening van de tarieven van heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de geraamde lasten niet overschrijden. Ook dient naar voren te komen wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd.

De doelbelastingen afvalstoffenheffing en rioolheffing zijn hierbij vanwege hun omvang het meest in het oog springend. Jaarlijks wordt aan de hand van de kosten een becijfering gemaakt van de hoogte van de benodigde opbrengsten. Bij beide belastingen wordt gewerkt met een voorziening. Voor de diverse legessoorten mogen maximaal kostendekkende tarieven worden gevraagd.

Rioolheffing
De rioolheffing bedroeg in 2020 € 69,82 voor het eigenaarsdeel en € 64,79 voor het gebruikersdeel van 0m3 tot 500m3. De tarieven voor het verbruik boven de 500m3 zijn vastgesteld op basis van de gefaseerde invoering. Deze fasering is conform het raadsvoorstel 'wijziging grondslag rioolheffing 2017' en heeft als doel de opbrengst rioolheffing grootverbruik te vergroten zodat deze in 2019 4,5% van de totale opbrengst bedraagt.

Afvalstoffenheffing
Het vastrecht bedroeg in 2020 € 175. Dit is een verhoging van € 25 ten opzichte van 2019. De ledigingstarieven van een mini/container 240 liter bestemd voor rest/afval zijn met € 0,20 verhoogd van € 10,60 naar € 10,80 om de onderliggende kosten te kunnen dekken.

Hondenbelasting
De opbrengst van de hondenbelasting komt ten goede aan de algemene middelen. In 2020 is rekening gehouden met de trendmatige tariefsverhoging van 1%. Het tarief in 2020 bedroeg voor de eerste hond € 49,85 en voor iedere hond boven het aantal van één binnen hetzelfde huishouden € 65,50. De belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland, bedroegen € 265,40 per kennel per belastingjaar.  

Leges
Voor 2020 is een trendmatige aanpassing van 1% doorgevoerd met uitzondering van de tarieven die door het Rijk bepaald worden (rijbewijs, paspoort, Nederlandse identiteitskaart en akten burgerlijke stand). Daarnaast zijn een drietal wijzigingen doorgevoerd als onderdeel van de ombuigingen van de Programmabegroting 2020-2023. Dit betrof de tarieven voor voltrekken van een huwelijk of registratie van een partnerschap, het niet meer om niet thuis bezorgen van reisdocumenten en het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart.

Onroerende-zaakbelastingen (OZB)
Bij de vaststelling van de programmabegroting 2020-2023 is besloten de opbrengst voor de Onroerende-zaakbelastingen met 6% te verhogen (exclusief het inflatiepercentage). Daarnaast is bij de berekening van de tarieven 2020 rekening gehouden met een lichte stijging van de WOZ-waarde (5,1%) van woningen en met een daling (1,3%) van de WOZ-waarde van niet-woningen. Als gevolg hiervan zijn zowel de tarieven voor de eigenarenbelasting woningen en de tarieven voor de eigenaren- en gebruikersheffing voor niet woningen gestegen. Hierbij is tevens rekening gehouden met de areaaluitbreiding door nieuwbouw.

Precariobelasting
Voor 2020 is een trendmatige aanpassing van 1% doorgevoerd.

Toeristenbelasting
Met ingang van 2020 is er vanuit het onderscheid tussen short-stay en long-stay sprake van differentiatie in de tarieven toeristenbelasting. Zo hebben de verblijfstypologieën hotels en B&B’s veel korte verblijven met een hoog overnachtingstarief per persoon per nacht ten opzichte van bijvoorbeeld (mini-)campings, groepsaccommodaties, vakantieparken en vakantiewoningen (laag overnachtingstarief per persoon per nacht). Op basis van dit onderscheid was het tarief € 0,90 p.p.p.n. voor campings, mini-campings, groepsaccommodaties, vakantieparken en vakantiewoningen  en het tarief € 1,35 p.p.p.n. voor hotels en B&B’s.

Overzicht kostendekkendheid

Mate van kostendekkendheid
Voor de lokale heffingen geldt als wettelijke norm dat deze, op begrotingsbasis, niet boven het niveau van 100% kostendekkendheid uit mogen komen. In onderstaande opstelling is, op basis van werkelijke cijfers, het overzicht van de mate van kostendekkendheid van de volgende heffingen opgenomen:

Bedragen x € 1.000

Heffing

1. Riool

2. Afval

3. Leges Titel 1

4. Leges Titel 2

5. Leges Titel 3

6. Lijkbezorging

7. Marktgelden

Lasten Taakveld

668

2.121

199

179

82

97

8

Apparaatskosten

270

129

701

832

173

176

0

Overhead

130

163

108

121

31

34

1

BCF-BTW

177

429

19

38

2

0

2

Kwijtschelding

15

45

0

0

0

0

0

Storting voorziening

511

76

0

0

0

7

0

Rente

0

0

0

0

0

0

0

Totale lasten

1.771

2.963

1.027

1.170

288

314

11

Andere inkomsten

5

438

6

16

0

29

2

Onttrekking voorziening

317

0

0

0

0

0

0

Baten Heffing

1.450

2.535

495

1.213

6

286

6

Totale Baten

1.772

2.973

501

1.229

6

315

8

Kostendekkendheid 2020

100%

100%

49%

105%

2%

100%

73%

Begroting 2020

100%

100%

41%

83%

5%

92%

54%

Jaarstukken 2019

100%

100%

44%

110%

3%

86%

32%

Ad. 1 Rioolheffing
De kostendekkendheid is nagenoeg gelijk aan de begrote kostendekkendheid van 100%.

Ad. 2 Afvalstoffenheffing
De kostendekkendheid voor de afvalstoffenheffing was begroot op 100% en die dekking werd, mede door een onttrekking aan de Algemene Reserve Vrij Besteedbaar van € 209.500, gerealiseerd. Op begrotingsbasis werd een beroep gedaan op deze reserve, aangezien de stand van de voorziening egalisatie afval nihil was.
Door enkele forse meevallers, zie ook de toelichting bij beleidsveld 8.1 afval, is er over 2020 sprake van een positief exploitatiesaldo van € 76.488, wat gestort wordt in de voorziening egalisatie afval.

Ad. 3 Titel 1 van de Legesverordening: Burgerlijke Stand, rij- en reisdocumenten, diverse vergunningen
De tarieven voor de rijbewijzen en reisdocumenten worden door het Rijk vastgesteld. Dit betekent dat de gemeente beperkt invloed heeft om te streven naar een volledige mate van kostendekkendheid. De kostendekkendheid was geraamd op 41%.

Ad. 4 Titel 2 van de legesverordening: Omgevingsvergunningen c.a. (bouwen)
Er zijn meer leges gerealiseerd dan begroot (+ € 155.000), met minder lasten (- € 28.000). Daardoor valt het kostendekkingspercentage op dit onderdeel van de legesverordening hoger uit dan de 83% die is berekend in de begroting. Dit wordt gecompenseerd door de onderdekking op de andere onderdelen van de leges. Over de gehele legesverordening (Titel 1 t/m 3) gerekend, komt het kostendekkingspercentage uit op 70%.

Ad. 5 Titel 3 van de legesverordening: dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Het betreft vergunningen zoals die op grond van de Drank- en horecawet, Winkeltijdenwet, standplaats-, markt- en terrasvergunningen.

Ad. 6 Begraafplaatsen
In 2020 zijn € 27.000 hoger dan begroot. De kostendekkendheid komt daardoor hoger uit dan de begrote kostendekkendheid van 92%. De hogere lasten (€ 28.000) worden gedekt door de hogere overige baten (€ 28.000).

Deze pagina is gebouwd op 06/10/2021 17:37:45 met de export van 06/10/2021 10:23:51