7 Grondbeleid

In de vorige paragraaf  is weergegeven dat grondexploitaties risico’s met zich meebrengen. Deze mogelijke risico’s worden gedekt door een buffer; de algemene reserve grondexploitaties.

De hoogte van de reserve wordt bepaald op basis van de risico’s die gelopen worden, of kosten die nog geclaimd kunnen worden uit de reserve (vennootschapsbelasting). Bij het bepalen van de risico’s wordt rekening gehouden dat bij winstgevende exploitaties de eerste 25% van de winst kan worden ingezet om de risico’s van deze exploitatie op te vangen. In de nota reserves en voorzieningen is vastgelegd dat de reserve een ondergrens kent van € 1 miljoen.  

Op basis van risicoafweging is een algemene reserve grondexploitaties van € 2,3 miljoen genoeg voor het afdekken van de risico. De algemene reserve grondexploitaties bedraagt ultimo 2020 € 2,6 miljoen (inclusief de verwerking van de tussentijdse winst). Dat betekent dat de reserve voldoende is om de risico's te dekken. Op basis van de huidige risico inschatting kan er een bedrag van € 389.000 vrijvallen. Bij de jaarrekening 2020 wordt hiervoor een voorstel gedaan.

Volgens deze gegevens kan het volgende verloop worden weergegeven voor de benodigde bijdrage vanuit/aan de algemene reserve vrij besteedbaar.

De bijdrage naar de reserve vrij besteedbaar ligt lager dan de afgelopen vier jaar. Dit wordt veroorzaakt door de invoering van een nieuwe wijze van winstname waardoor op basis van de voortgang van het project winst wordt genomen. De jaren 2017 en 2018 geven hierbij een vertekent beeld aangezien in deze jaren de nieuwe methode is ingevoerd en er een inhaalslag op de winstname is gedaan. Het jaar 2019 kent voornamelijk hoge winstnames doordat er in 2019 omvangrijke verkopen zijn gedaan. Het boekjaar 2020 laat een iets lager resultaat zien, wat met name wordt veroorzaakt door de verliesnames op enkele grondexploitaties.