De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden, waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwacht en substantieel zijn te dekken. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit.
Incidentele weerstandscapaciteit
Incidentele weerstandscapaciteit is het vermogen om calamiteiten eenmalig op te vangen. Het zijn de direct aan te wenden middelen voor financiële tegenvallers. Alleen reserves die alternatief aanwendbaar zijn worden meegenomen. Specifieke bestemmingsreserves ter dekking van kapitaallasten rekenen we niet mee, omdat een onttrekking uit deze reserves direct van invloed is op de dekking van kosten in de exploitatie. Stille reserves worden eveneens niet meegenomen. Niet duidelijk is in hoeverre stille reserves op korte termijn liquide te maken zijn. In onderstaande tabel staan reserves waar geen claims op rusten.
Vrij besteedbaar | |
---|---|
Algemene reserve vaste buffer* | 4.000.000 |
Algemene reserve vrij besteedbaar* | 9.140.705 |
Reserve herstructurering openbaar groen | 484.115 |
Reserve sociaal domein | 0 |
Reserve volkshuisvesting | 1.736.8390 |
Onvoorzien | 0 |
Totaal | 15.361.659 |
*Bij de vaststelling van de nota Reserves en Voorzieningen 2019-2022 is besloten om de hoogte van de Algemene reserve vaste buffer af te stemmen op de benodigde weerstandscapaciteit bij de begroting. De hier opgenomen stand is gebaseerd op de stand van de begroting 2020. De stand van deze reserve is bij de vaststelling van de begroting 2021 vastgesteld op € 3.500.000. Dit betekent dat er in 2021 een bedrag van € 500.000 vrijvalt naar de Algemene reserve vrij besteedbaar.
Structurele weerstandscapaciteit
Structurele weerstandscapaciteit betreft de middelen die eventueel aangeboord kunnen worden om tegenvallers op te vangen. De structurele weerstandscapaciteit betreft de mogelijkheid om vanuit een verhoging van belastingen en leges structurele risico’s op te vangen.
De onbenutte belastingcapaciteit wordt berekend door de maximale tarieven (artikel 12) te vergelijken met de gehanteerde tarieven. Het Ministerie publiceert de artikel 12 tarieven jaarlijks bij de mei circulaire van het gemeentefonds.
De berekening van de onbenutte belastingcapaciteit is als volgt:
Soort | WOZ-waarde nov-20 | Tarief Dalfsen | Tarief art.12 | Verschil in tarief | Onbenutte capaciteit |
---|---|---|---|---|---|
eigenaar woning | 3.806456.730 | 0,1094 | 0,1809 | 0,0715 | 2.722.000 |
eigenaar niet-woning | 642.297.619 | 0,2075 | 0,1809 | -/- 0,0266 | n.v.t. |
gebruiker niet-woning | 543.534.745 | 0,1900 | 0,1809 | -/- 0,0091 | n.v.t. |
Totaal | 2.722.000 |
Bij het berekenen van de onbenutte belastingcapaciteit zijn wij uitgegaan van de getaxeerde waarden per november 2020 voor woningen en niet-woningen. Het tarief artikel 12 status is afkomstig uit de mei circulaire 2020.
Het totale weerstandsvermogen 2020 ziet er als volgt uit:
Incidentele weerstandscapaciteit | 15.361.659 |
---|---|
Structurele weerstandscapaciteit | 2.722.000 |
Totaal weerstandsvermogen | 18.083.659 |